Home

Inkomstenbelasting, eigenwoningrente; betaalpauze voor rente en aflossing eigenwoningschuld

Geldig van 31 maart 2021 tot 1 juli 2021
Geldig van 31 maart 2021 tot 1 juli 2021

Inkomstenbelasting, eigenwoningrente; betaalpauze voor rente en aflossing eigenwoningschuld

Besluit 2021-7241

Voorafgaande besluiten
2020-27806
Opvolgende besluiten
2021-117469
Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 31-03-2021 tot 01-07-2021]
[Regeling ingetrokken per 01-07-2021]

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit is een actualisatie van het besluit van 16 december 2020, nr. 2020-27806 ( Stcrt. 2020, 66447 ). Dit besluit bevat goedkeuringen waardoor een eigenwoningschuld die onder de fiscale aflossingseis valt, blijft behoren tot de eigenwoningschuld als met de geldverstrekker een betaalpauze voor rente en aflossing wordt overeengekomen vanwege (dreigende) betalingsproblemen als gevolg van de uitbraak van het coronavirus en de daardoor ontstane aflossingsachterstand op een andere wijze dan waarin wettelijk is voorzien, wordt ingehaald. Daarnaast wordt in dit besluit toegelicht op welk moment de tijdens de betaalpauze verschuldigde rente aftrekbaar is. Dit besluit geldt onder voorwaarden ook voor al vóór 8 mei 20201 overeengekomen betaalpauzes in verband met de uitbraak van het coronavirus.

Ten opzichte van het vorige besluit is de periode verlengd waarbinnen de belastingplichtige en de geldverstrekker een betaalpauze overeen kunnen komen. Verder zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht. Met deze aanpassingen is geen inhoudelijke wijziging beoogd.

Het besluit van 16 december 2020, nr. 2020-27806 ( Stcrt. 2020, 66447 ) is ingetrokken.

1. Inleiding

Schulden die onder de per 1 januari 2013 ingevoerde fiscale aflossingseis vallen, moeten aan de voorwaarden van artikel 3.119a, eerste lid, Wet IB 2001 voldoen om als eigenwoningschuld te kunnen kwalificeren. Daarin is onder meer bepaald dat een schuld alleen als eigenwoningschuld wordt aangemerkt als er een contractuele verplichting is tot het gedurende de looptijd ten minste annuïtair en in ten hoogste 360 maanden volledig aflossen van de schuld. Ook moet daadwerkelijk aan deze aflossingsverplichting worden voldaan.

Als gevolg van de uitbraak van het coronavirus kunnen belastingplichtigen met een eigenwoningschuld te maken krijgen met (dreigende) betalingsproblemen, waardoor zij niet meer aan hun maandelijkse verplichting tot het betalen van rente en aflossing kunnen voldoen. Nederlandse geldverstrekkers vinden het gewenst in bepaalde gevallen hun schuldenaren een betaalpauze aan te kunnen bieden, waardoor zij gedurende een bepaalde periode (gedeeltelijk) geen rente en aflossing hoeven te betalen. Als een belastingplichtige hiervan gebruikmaakt, voldoet hij veelal op het wettelijke toetsmoment 31 december 2021 (of 31 december 2020 als de eerste termijn van de betaalpauze betrekking heeft op een termijn van 2020) niet aan de aflossingseis, waardoor hij te maken krijgt met een aflossingsachterstand. De schuld blijft alleen behoren tot de eigenwoningschuld als sprake is van een incidentele aflossingsachterstand en deze uiterlijk op 31 december van het daaropvolgende kalenderjaar is ingelopen. Als de aflossingsachterstand op dat moment niet is ingelopen, blijft de schuld onder voorwaarden alleen tot de eigenwoningschuld behoren als per 1 januari 2023 (of 1 januari 2022 als de eerste termijn van de betaalpauze betrekking heeft op een termijn van 2020) contractueel een nieuw ten minste annuïtair aflosschema (hierna: nieuw aflosschema) wordt overeengekomen met de geldverstrekker voor de resterende looptijd.2

Om geldverstrekkers de mogelijkheid te bieden om hun schuldenaren de aflossingsachterstanden gegeven de bijzondere omstandigheden veroorzaakt door de coronacrisis op een andere wijze te laten inhalen dan wettelijk is voorgeschreven, zijn in dit besluit goedkeuringen opgenomen waardoor de schuld ook in die situatie blijft behoren tot de eigenwoningschuld. Dit besluit geldt onder voorwaarden ook voor al vóór 8 mei 20203 overeengekomen betaalpauzes in verband met de uitbraak van het coronavirus. De goedkeuringen zijn gebaseerd op een redelijke wetstoepassing gegeven de bijzondere omstandigheden veroorzaakt door de coronacrisis en waar nodig op de artikelen 62 en 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. De betaalpauze kan ook fiscale gevolgen hebben voor het moment waarop de belastingplichtige de tijdens de betaalpauze verschuldigde, maar feitelijk niet betaalde rente in aftrek kan brengen. In dit besluit worden deze gevolgen toegelicht. Een eventuele schuld die een belastingplichtige aangaat voor het inhalen van de renteachterstand, is overigens altijd een box 3-schuld.

2. Betaalpauzes waar dit besluit op van toepassing is

3. Goedkeuringen op andere wijze inhalen aflossingsachterstand

3.1. Goedkeuring eerder overeenkomen nieuw aflosschema

3.2. Goedkeuring eerder nieuw aflosschema overeenkomen en alleen voor aflossingsachterstand

4. Fiscale gevolgen betaalpauze voor moment renteaftrek

5. Ingetrokken regeling

6. Inwerkingtreding