Leges terecht opgelegd; inhoudelijke beoordeling aanvraag hoeft nog niet afgerond te zijn

Belanghebbende heeft op 30 december 2020 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De vergunning is van rechtswege verleend. Belanghebbende is daarvan op 16 april 2021 op de hoogte gebracht. Op 10 mei 2021 is de omgevingsvergunning gerectificeerd omdat abusievelijk de activiteit kappen niet in de omgevingsvergunning was vermeld. Aan belanghebbende zijn vervolgens leges in rekening gebracht in verband met de aanvraag. Belanghebbende stelt in beroep dat geen leges mogen worden geheven. De aanvraag is pas in behandeling genomen nadat de vergunning van rechtswege is verleend.

De rechtbank stelt voorop dat in de jurisprudentie over het in behandeling nemen van een aanvraag de feitelijk verrichte werkzaamheden centraal staan. Het draait om de vraag of vóór de vergunningverlening reeds werkzaamheden zijn verricht die samenhangen met de beoordeling van de aanvraag. De (inhoudelijke) beoordeling hoeft dus nog niet afgerond te zijn. De rechtbank stelt op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting vast dat al vóór de vergunningverlening feitelijke werkzaamheden zijn verricht die samenhangen met de beoordeling van de aanvraag. Aan het belastbaar feit, de genoten dienstverlening, is voldaan. De aanslagen zijn terecht opgelegd.

(Beroep ongegrond.)