Belgische socialezekerheidsbijdrage over bijverdiensten van EU-ambtenaar in strijd met EU-wetgeving

Belgische socialezekerheidsbijdrage over bijverdiensten van EU-ambtenaar in strijd met EU-wetgeving

Gegevens

Nummer
2024/779
Publicatiedatum
30 april 2024
Auteur
Redactie
Rubriek
Internationaal en Europees
Relevante informatie
Art. 14 Protocol voorrechten en immuniteiten EU, Art. 11 lid 1 Vo. 883/2004, Art. 72 Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, Art. 73 Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, Art. 4 lid 3 VEU

GI is vanaf 1 september 2007 ambtenaar van de Europese Unie en vanaf augustus 2010 in dienst getreden bij de Europese Commissie. Sinds oktober 2015 oefent hij aanvullend een bezoldigde onderwijsactiviteit uit voor maximaal 20 lesuren per jaar. De Commissie heeft hem daarvoor overeenkomstig het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie toestemming gegeven. Het Belgische RSVZ heeft hem meegedeeld dat hij zich bij een sociaal verzekeringsfonds moest aansluiten, aangezien hij als docent een zelfstandige beroepsactiviteit uitoefende. GI heeft zich daarop aangesloten bij Partena en € 3.242 aan sociale bijdragen betaald. Vervolgens heeft hij beroep ingesteld omdat hij van oordeel is dat zijn aansluiting bij het Belgische socialezekerheidsstelsel in strijd is met het voor ambtenaren van de EU geldende beginsel dat iemand maar bij één socialezekerheidsstelsel aangesloten kan zijn. De Belgische arbeidsrechtbank in Brussel stelt hierover prejudiciële vragen aan het HvJ. Het HvJ oordeelt dat het beginsel dat iemand maar bij één socialezekerheidsstelsel kan zijn aangesloten (art. 11 lid 1 Vo. 883/2004) niet van toepassing is op ambtenaren van de Europese Unie omdat zij niet onder een nationale wettelijke regeling inzake sociale zekerheid vallen. Art. 14 Protocol voorrechten en immuniteiten EU moet aldus worden opgevat dat het de verplichting om zich aan te sluiten bij een nationaal stelsel aan de bevoegdheid van de lidstaten onttrekt. De Uniewetgever is bij uitsluiting bevoegd om de draagwijdte en de toepassingsvoorwaarden van de bepalingen op het gebied van de sociale zekerheid naar eigen inzicht vast te stellen. Het Statuut is verbindend in al zijn onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten. Uit art. 72 en 73 van het Statuut volgt dat iedere ambtenaar en tijdelijk functionaris in dienst van een instelling van de EU met ingang van de dag van zijn indiensttreding verzekerd is tegen de risico’s van ziekte. Een nationale regeling die zo iemand als verzekerde aanmerkt, is bovendien in strijd met het beginsel van loyale samenwerking van art. 4 lid 3 VEU. Het HvJ merkt op dat er op dit vlak onderscheid bestaat tussen de verplichtingen op fiscaal gebied en op het gebied van de sociale zekerheid.

HvJ EU 18 april 2024, ECLI:EU:C:2024:337 (GI)